Van Beuningenstraat: bewoner Arthur Grumbs

'Een uit de hand gelopen jongenskamer'

Samenwonen doe je in twee huizen

“Arthur!”, roept de benedenbuurman die met zijn zoontje en dochtertje de trap oploopt. Maar het is de interviewer die door de deur op twee hoog naar buiten komt. En niet Arthur zelf, die zojuist heeft verteld hoe het is om aan de Van Beuningenstraat te wonen.

“Het contact met de buren? Prima! Iedereen kent elkaar wel van gezicht. Ik maak vaak een praatje. En de benedenburen hebben een sleutel van mijn huis. Voor het geval ik er niet ben en er wat is met mijn kat.” 

Lichte voorkeur

Arthur Grumbs (1976) is een sociale man, die makkelijk praat. In 2003 kwam hij in de Van Beuningenstraat wonen. “Ik woonde al in Amsterdam. In die tijd kocht je op je achttiende voor vijf tientjes of zo een urgentiebewijs. Maar ja, met nauwelijks wachttijd had je het niet voor het uitkiezen. Bij dit huis was ik de zestiende gegadigde of zo, ik weet het niet goed meer. Tot mijn grote verrassing kreeg ik het huis. Ik vond dit toen trouwens al een leuke buurt. Mijn laatste drie, vier huizen waren allemaal in West, dus ik had wel een lichte voorkeur. Nog steeds woon ik hier met veel plezier.” 

Specialist in klassieke muziek

Wat opvalt in de woning van Arthur zijn de honderden cd’s en lp’s met opera en klassieke muziek. “Ik ben een archivist en een kenner. Vroeger heb ik nog op de klassieke afdeling van de Virgin Megastore en bij Concerto in de Utrechtsestraat gewerkt. En toen ik echt jong was, wilde ik dirigent van een orkest worden. Maar ja, zo’n carrière begin je als koordirigent. Ik kwam erachter dat het eigenlijk best moeilijk was. En ik ben niet zo weg van koren, dus met die inzichten heb ik die droom maar opgegeven.” 

Dj en artiestenbegeleider

Lange tijd is Arthur dj geweest. “Van mijn accountant mag ik mezelf nog steeds zo noemen. Ik draai trouwens nog steeds wel eens” Maar tegenwoordig werkt hij vooral in het theater. Vooral achter de bar. “Ook begeleid ik de artiesten. En ik verzorg de muziek die in korte tijd kenmerkend is geworden voor dat theatertje. Dan moet je trouwens wel even opschrijven over welke plek ik het heb, dat is goede pr: het Betty Asfalt Complex aan de Nieuwezijds Voorburgwal.”

Jongenskamer

Zelf typeert Arthur zijn huis als een uit de hand gelopen jongenskamer. Lachend doelt hij daarmee onder andere op de enorme tv tegen de ene muur “en de grootste bank die hier past tegen de andere. Lange tijd ben ik vrijgezel geweest, maar sinds kort heb ik weer een vriendin. Aangezien we beiden vinden dat samenwonen iets is wat je in twee huizen doet, ben ik niet van plan om iets te veranderen. We kunnen heel gezellig samen in een van onze huizen toeven. Het is allemaal nog pril, maar ik zou dit huis nooit opzeggen. En zij haar huis ook niet. Natuurlijk voor het geval dat. Maar ik vind het ook erg prettig om een eigen plek te houden. Een keer per jaar wil ik haar echt niet in mijn buurt hebben: tijdens het WK snooker.” 

Wat is er

te doen  in het betty asfalt complex

Perfecte uitvalsbasis

Tot slot nog over de buurt, hoe zou Arthur die typeren? Heeft hij de buurt zien veranderen sinds 2003? “Natuurlijk. Alles verandert altijd. Maar ik houd niet zo van verandering. Dus ik ben blij dat het hier allemaal geleidelijk en niet zo intens of ingrijpend is gegaan sinds ik hier woon. Ikzelf verander natuurlijk ook. Maar wat deze buurt en dit huis betreft: ik hoef hier nooit meer weg. Wat ik het meest zou missen als dat om wat voor reden dan ook toch moest? Dat je alle praktische zaken, zoals winkels, binnen handbereik hebt. En dat dit een perfecte uitvalsbasis is voor de rest van Amsterdam.” 

Ook een bijzonder verhaal? Mail ons.