Bewoonster van de Brandaris

Mevrouw Capelle: “We moesten het doen met drie noodwinkels en de SRV-man”

In 1968 kwamen de goedlachse mevrouw Capelle (1934), haar toenmalige man en hun twee kinderen in het nieuwe Zaanse flatgebouw de Brandaris wonen. Op één hoog. “Er was hier verder niets. Als ik voor het raam stond, kon ik mijn familie met de auto over de Twiskeweg aan zien komen.” Bijna vijftig jaar later blikt ze terug.

“Mijn echtgenoot en ik zijn allebei geboren en getogen in Amsterdam. In 1957 zijn we getrouwd. Eerst hebben we in de Bilderdijkstraat gewoond en daarna 7,5 jaar in Oud-Zuid.


We woonden op een verbouwde zolderetage. 67 treden. Die liep ik dan op met de bak van de kinderwagen op mijn buik. Toen we hoorden dat in Zaandam een nieuwe flat gebouwd werd, is mijn echtgenoot erachteraan gegaan. Ze konden de appartementen aan de straatstenen niet kwijt, zo duur waren ze.


Wij betaalden in het begin zo’n 220 gulden. In Oud-Zuid was onze huur 70 gulden.”

Sony

“Mijn man is op een bepaald moment bij Sony terechtgekomen, dat net in opkomst was. Hij was verantwoordelijk voor het audiogedeelte. Alle nieuwe modellen moesten natuurlijk thuis uitgebreid getest worden. En niet te zachtjes.


Aan de ene kant heb ik geen buren, want daar zit de lift, en aan de andere kant zit de slaapkamer ertussen. Dus zei ik tegen de bovenburen dat ze ons moesten waarschuwen als onze muziek te hard stond. Zes weken later kom ik de bovenbuurvrouw tegen. Zegt ze: ‘Wanneer gaan jullie nou eens een keertje draaien?’


Op mijn 45e zijn man en ik gescheiden. Negen jaar later is hij op zijn 57e overleden.”

Pionieren

“In de begintijd moesten we het doen met drie noodwinkels: een bakker, een slager en een groenteman. En de SRV-man kwam wekelijks langs. Maar dat was prima te doen, hoor.


Nu hebben we een heel winkelcentrum met drie supermarkten. En het ziekenhuis zit twee bushaltes verderop. Lekker dichtbij als ik daar vrienden moet bezoeken.”

'Wat voor moeite kost het nou om je eigen rommel op te ruimen?'

Bridge

“Ik ben over de tachtig en ik verveel me geen moment. Mijn zoon Fred en zijn vrouw wonen hier in de flat op twaalf hoog, mijn zus en mijn dochter en haar gezin in Aalsmeer.


Ik bezoek ook regelmatig vrienden en twee keer per week ga ik met de auto naar Osdorp. Om te bridgen, bij twee verschillende clubs. En toevallig vorige week ook nog een bridgemarathon in Zandvoort; van de ene strandtent naar de andere.Uitgeput natuurlijk, op het eind van de dag. Maar man, wat heerlijk.”


Kunstwerk

voor entrees Brandaris

Buren

“Vanzelfsprekend is er in de afgelopen vijftig jaar veel veranderd hier. De hele buurt is volgebouwd. In het begin woonden hier veel jonge gezinnen. Die zijn na zo lange tijd allemaal vertrokken. Nu zitten hier vooral Turkse mensen.


Veel contact met mijn buren heb ik nooit gehad. Daar leent zo’n flat zich niet voor: ik kom uit de lift en schiet zo mijn woning in. Je bent hier erg op jezelf.


Wat me tegenwoordig tegenstaat aan deze flat is dat mensen van alles naar beneden gooien. Vuilniszakken, deuren, zelf winkelwagentjes. Ik snap dat echt niet. Wat voor moeite kost het nou om je eigen rommel op te ruimen?”

Thuis

“Het is hier gewoon prettig wonen. Dat zal voor een groot deel gewenning zijn, vermoed ik.


Ik kom vaak bij kennissen die een eigen woning hebben. Ziet er leuk uit allemaal. Maar dan kom ik thuis, parkeer ik mijn auto op het parkeerterrein (wat wel eens wat deuken kost, maar jammer dan), doe de deur open en kom binnen.


En alles wat ik dan denk is: wat heerlijk; Thuis!”

Mevrouw Capelle is de moeder van Fred Fellinga. Lees ook: Fred Fellinga: “De Brandaris is een voorbeeld van integratie”

Ook een bijzonder verhaal? Mail ons.

'Ik verveel me geen moment'